Word supporter

Goede aanknopingspunten, maar veel vragen en zorgen over de nieuwe preventiestrategie

  • Verkiezingen
  • Nieuws

De gezonde keuze, de makkelijke keuze maken: dat is de kern van de Samenhangende preventiestrategie, die in juni door het kabinet werd gepresenteerd. Met de preventiemaatregelen wil het kabinet een Gezonde Generatie in 2040 realiseren. Het RIVM adviseerde op basis van de evaluatie van de vorige preventiestrategie, het Nationaal Preventie Akkoord (NPA), dat er meer maatregelen nodig zijn om de NPA doelstellingen te halen en een Gezonde Generatie te bereiken. Deze Samenhangende preventiestrategie vormt de basis van het preventiebeleid van dit kabinet en bevat concrete acties en maatregelen om ziekte en zorg te voorkomen.

Wat valt op in de Preventiestrategie:

  • De Gezonde Generatie in 2040 is het doel.
  • Een aanpak per leefomgeving (zoals de online omgeving, de sportomgeving en de schoolomgeving) in plaats van per thema (waar een focus is op alleen voeding of roken) is een interessante aanvliegroute. Immers, als kinderen bijvoorbeeld sporten, dan is het wenselijk dat die vereniging rookvrij is, geen alcohol schenkt tijdens jeugdwedstrijden en een gezond voedselaanbod heeft in de kantine.
  • Maatregelen om roken en overgewicht tegen te gaan en alcohol te beperken blijven belangrijke thema’s. Seksuele gezondheid, vaccinatie en tegengaan van gehoorschade zijn hieraan toegevoegd.
  • Beleid ten aanzien van bewegen en sporten en de mentale gezondheid van onze kinderen wordt in andere akkoorden vormgegeven, terwijl de samenhang met andere thema’s groot is en deze ook een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van een Gezonde Generatie.
  • Er worden concrete stappen gezet om het verkoopaandeel van gezonde voeding in supermarkten te vergroten.
  • Er wordt wederom veel verwacht van vrijwillige afspraken met verschillende partijen. Zo worden er weer afspraken gemaakt met alcoholproducenten en -verstrekkers voor het aanscherpen van de reclamecode om alcoholmarketing en de zichtbaarheid van alcohol op plekken waar jongeren komen, meer te beperken. Deze reclamecode is echter niet onafhankelijk maar een code die de branche zelf heeft opgesteld en deze is tot op heden te weinig effectief. Wetgeving om marketing te beperken is effectiever.
  • Het is goed dat wettelijke maatregelen om kindermarketing voor ongezonde voeding te beperken in de strategie zijn opgenomen.
  • Dag attracties worden genoemd als een belangrijke omgeving om de gezonde keuze makkelijker te maken. Wat ons betreft zijn onderwijs en sport de belangrijkste omgevingen die als eerste echt gezond moeten zijn. Daar zijn kinderen en jongeren immers dagelijks en wekelijks te vinden.
  • Het is goed dat er aandacht is voor het ondersteunen van ouders bij het gezond laten opgroeien van hun kinderen. Dit gaat echter verder dan voorlichting. Ouders zijn geholpen bij een gezonde omgeving waarin gezond leven en gezond opgroeien vanzelfsprekend zijn, in plaats van dat dit onnodig moeilijk wordt gemaakt.
  • Er staan weinig echt nieuwe maatregelen in de strategie, de wettelijke maatregelen waarover wordt gesproken waren al in ontwikkeling. Terwijl het RIVM al eerder adviseerde dat aanvullende maatregelen nodig zijn.

Waar hebben wij zorgen over?

Geen aandacht voor ongezonde stress 
In de strategie wordt gesteld dat je je fitter en beter voelt, minder ziekten hebt en daardoor minder stress, als je gezond leeft. Maar het geldt ook andersom: het ervaren van minder stress en het hebben van goede sociale relaties zorgt ervoor dat je gezonder leeft en minder kans hebt op chronische aandoeningen. Het voorkomen van ongezonde stress en het versterken van goede sociale relaties dient daarom een onderdeel te zijn van de preventiestrategie. Maar die invalshoek ontbreekt.  Het is belangrijk te beseffen dat er een directe relatie is tussen leefstijlfactoren en mentale gezondheid. Het ervaren van veel stress draagt bij aan meer roken, meer alcoholgebruik en ongezonder eten. Ook is er een directe relatie tussen ongezonde stress en chronische aandoeningen. Mentale gezondheid en het voorkomen van ongezonde stress kunnen daarom niet ontbreken in een samenhangende effectieve preventiestrategie. Een apart actieprogramma mentale gezondheid en GGZ is niet voldoende.

Vrijwel geen aandacht voor bewegen
Bewegen wordt als thema in de preventiestrategie geïdentificeerd, aangezien kinderen te weinig dagelijks bewegen. Er wordt in de strategie onder meer verwezen naar de ‘najaarsbrief Sport en Bewegen’ om kinderen meer te laten bewegen. Daarnaast wordt de Tweede Kamer na het zomerreces 2025 geïnformeerd hoe de staatssecretaris tot een toekomstbestendige sport- en beweeginfrastructuur wil komen. Wat ons betreft is het belangrijk om bewegen apart aandacht te geven naast sport. Kinderen in beweging brengen is een belangrijke stap en levert al gezondheidswinst op. Het stimuleren van sport is een aanvulling daarop, maar vergt een andere aanpak. Plezier kunnen hebben in sporten is ook afhankelijk van de beweegvaardigheden die een kind eerst moet aanleren. Dit vraagt om meer beweging, te beginnen met de kinderopvang, waar motorische vaardigheden moeten worden aangeleerd, en vervolgens tijdens de schooldag, waar kinderen nu nog te lang achter elkaar zitten. Ook moet de openbare ruimte zo worden ingericht dat bewegen vanzelfsprekend wordt. Daar hoort ook bij dat er meer mogelijkheden komen om buiten te spelen. Hoe dit gerealiseerd wordt, zien we helaas nog niet terug. Met gesprekken en het verspreiden van goede voorbeelden komen we er helaas niet. Er zijn lange termijn plannen nodig, inclusief investeringen, om bewegen structureel te verankeren in verschillende omgevingen en om ervoor te zorgen dat álle kinderen de kans krijgen om voldoende te bewegen.

Te weinig financiële middelen voor preventie
Ten onrechte zien politici ‘preventie’ vaak als kostenpost. Vaak betaalt de benodigde investering aan het begin, zich pas later uit. En de opbrengsten, zoals meer gezonde mensen die kunnen werken, staan niet op de VWS begroting. Dat is lastig. De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RvS) doet de aanbeveling om structureel 2% van de VWS middelen te reserveren voor preventie. Maar met de enorme bezuiniging op preventie, onder meer doordat middelen uit het Nationaal Preventie Akkoord eind 2025 aflopen, is er minder geld beschikbaar dan voorheen. En die middelen waren al niet conform het RvS advies. We zijn dan ook benieuwd welke middelen er vrijgemaakt worden om de doelstellingen en acties op deze preventiestrategie effectief te laten zijn.

Doelstellingen verdwenen of niet ambitieus genoeg
Er staan veel doelstellingen genoemd. Sommige doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord blijven overeind, maar sommige zien we niet meer terug.

  • Zo zien we dat het ontmoedigen van roken tijdens de zwangerschap als doelstelling overeind blijft, maar bij alcoholgebruik lijkt die doelstelling tijdens de zwangerschap te zijn losgelaten. Dat vinden wij onwenselijk. De basis voor gezondheid wordt voor een groot deel immers gelegd voor en tijdens de zwangerschap.
  • Waar bij roken er een doelstelling is van 0% voor 12-25 jaar en bij drugs een doelstelling van 0% voor 12-18 jaar voor 2040, is de doelstelling voor alcoholgebruik op 25% voor 12-16 jaar gesteld. Terwijl in het Nationaal Preventie Akkoord er een doelstelling was om bij jongeren onder de 18 jaar uiteindelijk tot 0% alcoholgebruik te komen. De leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol is 18 jaar; wij vinden het daarom onacceptabel dat het kabinet er genoegen mee zou nemen als 1 op de 4 kinderen tussen 12 en 16 jaar drinkt.
  • De ambitie voor 2040 is dat 75% van de kinderen en jongeren genoeg beweegt. Dat betekent dat het blijkbaar okay is dat 1 op de 4 kinderen en jongeren dan nog steeds niet voldoende bewegen. Dat is voor ons te weinig om te kunnen spreken van een Gezonde Generatie.
  • Een goede motorische ontwikkeling is de basis voor voldoende en goed bewegen. Maar die ontwikkeling gaat de laatste jaren achteruit. Wij zouden verwachten dat hier specifiek op ingezet wordt, maar we zien geen doelstelling terug op de verbetering van de motorische ontwikkeling van kinderen.
  • Hetzelfde geldt ten aanzien van overgewicht. Met een doelstelling van 9,1% kinderen dat in 2040 nog overgewicht heeft, betekent het nog steeds bijna 1 op de 10 kinderen een ongezond gewicht heeft. Ook dat vinden wij niet acceptabel.

Vrijwillige afspraken werken vaak niet

  • Er wordt nog erg veel ingestoken op het behalen van doelstellingen via (vrijwillige) afspraken. Terwijl we al decennia weten dat ten aanzien van het verbeteren van onze gezondheid, afspraken maken met het bedrijfsleven of andere partijen te weinig effect heeft.
  • De staatssecretaris geeft aan pas over te gaan tot wettelijke maatregelen als er onvoldoende draagvlak is voor het maken van vrijwillige afspraken. Wat ons betreft wordt per doelstelling bekeken wat de meest effectieve en snelste weg is om deze te realiseren. Gezien de grote gezondheidsproblemen en de tekorten in de zorg, vinden wij op veel vlakken dat wetgeving noodzakelijk is.
  • Wetgeving zorgt daarnaast voor een gelijk speelveld voor aanbieders en producenten, waardoor het ook voor hen makkelijker is om stappen te zetten richting een Gezonde Generatie.

Onduidelijkheid over de organisatievorm

  • Het is ons nog onduidelijk welke partijen bij welke omgevingen in de lead zijn en wie bepaalt wat de doelstellingen zijn. Worden deze vastgesteld op basis van de ambitie om in 2040 een Gezonde Generatie te hebben?
  • Het is voor ons ook onduidelijk welke rol het bedrijfsleven speelt bij de totstandkoming van de doelstellingen per omgeving en bij de uitvoering van activiteiten. Het is belangrijk om hier duidelijkheid in te creëren en bewust te zijn van de negatieve invloed op onze gezondheid die ongezonde industrieën uitoefenen.
  • We zijn benieuwd naar de adviezen van het RIVM over de ‘stimulerende manier van monitoring’ en hoe de Adviesraad vorm en inhoud zou moeten krijgen.

 

Gerelateerde berichten