Interview Charlotte (28)
“Ik groeide op met een vader met psychische problemen. Als kind heb ik geleerd om niet te veel ruimte in te nemen, niet te veel emoties te tonen, vooral makkelijk en leuk te zijn.
Vanaf mijn 7e heb ik veel gedanst. Daar heb ik in die moeilijke periode ook echt mijn uitlaatklep in gevonden. Ik had destijds een dansdocente die hele mooie choreografieën maakte en altijd inzette op gevoel en emotie in de dans leggen. Ze heeft me in die danslessen enorm geholpen om mijn emoties meer te kunnen voelen en uiten. Ik hoefde nergens over te praten, ze leerde het me dansen.
Mijn mentor op de middelbare school was ook belangrijk voor me. In zijn mentorlessen had hij het over emotionele veiligheid en mentale gezondheid. Dat maakte het voor mij makkelijker om naar hem toe te gaan toen het niet goed ging . Hij heeft me vrij snel doorverwezen naar een psycholoog, maar bleef zelf ook betrokken bij me. Bij hem kon ik met al mijn chaos en alles wat er speelde gewoon zijn. Dat heeft me echt mijn middelbareschooltijd doorgetrokken.
Inmiddels ben ik zelf dans- en bewegingstherapeut en werk ik met jongeren die het moeilijk hebben. Wat een jongere nodig heeft, kan zo enorm verschillen. Mijn tip is dan ook: sta stil bij wie jij zelf bent als volwassene, en op welke manier contact maken bij jou past. Dat kan een gesprek zijn, maar ook samen iets leuks doen, spelen of in beweging zijn. Je hoeft geen hulpverlener te zijn om iets te betekenen, een moment van echte aandacht is genoeg.”